
Directeur Marc van Gulick van Lauswolt: ‘We hebben onze authenticiteit weer terug’
Sinds het iconische Landgoed Lauswolt zelfstandig is, en geen deel meer uitmaakt van Bilderberg is het aan directeur Marc van Gulick de taak zelf de broek op te houden. ‘We hebben onze authenticiteit weer terug’, zegt hij. Al ging dat niet bepaald zonder slag of stoot. ‘Het voelde alsof we een hotel in een hotel aan het bouwen waren.’
Vanuit zijn werkkamer op de begane grond heeft directeur Marc van Gulick (54) uitzicht over het landgoed. Met ramen bijna rondom ontgaat hem niets. Bijna pal voor zijn kamer de imposante voortuin, verderop de golfbaan, en dan heel in de verte de bossen van Beetsterzwaag. Dichterbij, in de schaduw van de bomen, het parkeerterrein. ‘Als ik zie dat er gasten arriveren, sein ik direct de receptie in zodat er iemand klaarstaat om de koffers en tassen aan te pakken. Want ware luxe zit niet in de grote dingen. Dat zit ‘m juist in de kleine dingen. We hebben hier geen gouden kranen, vloeren van marmer. Maar we bezorgen onze gasten wel zoveel mogelijk wauw-momentjes.’
Zelf de regie
Het was een hectisch jaar voor Van Gulick en zijn team. Dik een jaar geleden, op 1 juli 2018 om precies te zijn, deed Bilderberg Landgoed Lauswolt van de hand aan de Stichting FB Oranjewoud. Het vijfsterrenhotel is daarmee weer zelfstandig. ‘Mooier kon het niet: een Fries hotel dat weer in Friese handen komt. Op het moment dat me ter ore kwam dat Bilderberg Lauswolt mogelijk wilde verkopen, ben ik zelf op zoek gegaan naar een nieuwe eigenaar. Ik dacht: als er dan toch een verkoop aan zit te komen, hou ik liever zelf de regie.’
Als een ‘intens jaar’, omschrijft Van Gulick de voorbije periode. ‘Eerlijk? De verzelfstandiging, het hele traject, heeft me meer tijd gekost dan me lief was. Ik ben noodgedwongen meer achter de schermen actief geweest dan ervoor, terwijl ik echt een mensenmens ben. Het allerliefst ben ik gastheer, acteer ik op de voorgrond. Maar het ontbrak me domweg aan tijd. Ik heb altijd van mezelf gedacht dat ik hard werkte en lange dagen maakte, maar in vergelijking met het afgelopen jaar viel dat nog best mee. Ik werkte maandenlang zes, soms zeven dagen in de week, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds elf. Alsof we een nieuw hotel in een bestaand hotel aan het bouwen waren. Gekkenwerk.’
‘Het was zo’n klus waarvan je van tevoren eigenlijk geen idee hebt waar je aan begint. Neem alleen al de nieuwe naam, zonder de toevoeging Bilderberg. Een nieuw logo moest er dus ook komen. Logischerwijs moest vervolgens alles met daarop nog het Bilderberg-logo vervangen worden: van serviesgoed tot menukaarten en van briefpapier tot visitekaartjes, badjassen, beddengoed en bedrijfskleding. Een eigen website moest gebouwd worden, en belangrijker nog: een eigen reserveringssysteem. Eerder verliep dat allemaal via het hoofdkantoor van Bilderberg. Nu moesten we ineens zelf een systeem bouwen. En een afdeling Finance oprichten. Op zoek naar een sales- en marketingmedewerker, want ook daar hadden we geen ervaring mee.’ Hebben we het nog niet eens over alle inkoopcontracten. ‘Ook dat moest allemaal opnieuw. Zoals ik zei: van tevoren bedenk je niet wat er allemaal bij komt kijken. Ook al hadden we een goed draaiboek, en een heel team van mensen dat kwam helpen: het was meer dan verwacht.’
Belangrijke beslissingen aan de bar
‘Of ik het onderschat heb? Nee, zo zou ik het niet willen zeggen. Maar ik geef toe: dat het zó veel werk zou zijn, had ik ook weer niet verwacht. Van de ene op de andere dag maak je niet langer deel uit van een professionele, geoliede hotelketen, maar moet je zelf je broek ophouden. Onze advocaat omschreef het heel treffend. Toen de overname rond was zei hij: ‘eigenlijk is het nu alsof je een gigantisch huis hebt gekocht met 100 man personeel en als je goed je best doet, kun je er een hotel van maken.’
Bij een nieuwe eigenaar, een nieuwe naam en een nieuw logo hoort ook een nieuw dna. ‘We hebben onze eigen authenticiteit weer terug. Niet dat Lauswolt ooit echt helemaal ‘corporate’ was, maar als onderdeel van zo’n grote landelijke hotelketen hoor je je toch aan te passen aan de landelijk geldende normen.’ Voor Bilderberg was de zakelijke markt erg belangrijk; voor Lauswolt ligt nu de voornaamste focus op leisure. ‘Topkwaliteit is nog steeds het allerbelangrijkste, maar onze focus ligt niet meer op de zakelijke markt. Althans: niet zozeer op de vergadermarkt. Elk zichzelf respecterend hotel heeft tegenwoordig wel een ruimte met allerlei vergaderfaciliteiten: die markt is echt wel verzadigd. Waar wij ons op richten is de markt van de decisionmakers. Bij ons kun je je een aantal dagen volledig terugtrekken om belangrijke beslissingen te maken, beslissingen die al dan niet midden in de nacht aan de bar worden genomen.’
Friese gemütlichkeit
Nu Lauswolt weer helemaal zelfstandig is, is er weer meer ruimte voor die typisch Friese gemütlichkeit. ‘Gezelligheid. Warmte. Tikje kneuterig, Hoe je het ook wilt noemen. Persoonlijke aandacht, maar dan in versie extra large.’ En dat gaat verder dan het in gereedheid brengen van hotelkamers voor de nacht. ‘Uiteraard, dat hoort er ook bij. ‘s Avonds worden de lichten gedempt, de bedden slaapklaar gemaakt, zacht muziekje erbij. Maar het extraatje, het kleine wauw-momentje, zit ‘m dan in het papieren tasje dat de gasten op hun kussensloop vinden. En waarin hen in tien talen een goede nacht wordt gewenst. Hang dat tasje aan de buitenkant van je deur en je vindt er de volgende ochtend een krant in.’
Op zo’n moment bezorg je je gasten een onvergetelijke ervaring
Als gastheer en ‘gezicht van’ legt Van Gulick ook zelf zijn gasten graag in de watten. Met een wandeling over het immense landgoed bijvoorbeeld. Al vier maanden lang staat de directeur elke zaterdagmiddag om 15 uur paraat om met zijn gasten een lange boswandeling te maken. De ene keer sluiten zich twintig man aan, de andere keer dertien. Maar een succes is het altijd. ‘We wandelen wat en ondertussen vertel ik over de geschiedenis van Lauswolt, over het bos, of de eekhoorntjes of uilen die we spotten. En dan komt zo halverwege de chef-kok aangefietst, met voor iedereen een flesje Ice Tea. Kneuterig? Misschien. Maar op zo’n moment bezorg je je gasten wel een onvergetelijke ervaring.’
Voorbeeldgedrag
Van zijn medewerkers verwacht Van Gulick minstens zo’n hoffelijke en dienstbare houding. Niet dat ze rondleidingen moeten verzorgen, maar Van Gulick geeft als directeur graag het goede voorbeeld. Zo maakt hij met nieuwe medewerkers standaard even een wandeling over het landgoed. ‘Tot aan de kleinste papiertjes aan toe: alles wat ik onderweg tegenkom, raap ik op. In het begin zie je zo’n groepje dan nog wat argwanend kijken, maar aan het einde van de rit doet iedereen mee. Wat ik er maar mee wil zeggen: voorbeeldgedrag zit ‘m ook vaak in de kleinste dingen.’
Zijn licht Brabantse tongval verraadt nog altijd zijn afkomst. Van Gulick werd in 1965 geboren in het Brabantse Heeze. Vader was hoofd personeelszaken bij Philips, en zijn moeder zorgde voor het huishouden en de twee kinderen. Zijn ouders werkten dus niet in de horeca, maar de liefde voor lekker eten en koken is Van Gulick letterlijk met de paplepel ingegoten. Bij feesten en partijen werd er door opa en oma een kok ingehuurd, en het eten werd dan in de mooiste zilveren schalen opgediend. Ook thuis was eten belangrijk. Het gezin Van Gulick ging graag en vaak uit eten, en aan de maaltijden thuis werd veel aandacht besteed. ‘Samen eten was een belangrijk moment op de dag. Het hele gezin was dan bij elkaar.’
Uitgekookt
Als tiener wist Van Gulick al dat hij later kok wilde worden. En meteen legde hij de lat hoog voor zichzelf. Kok zou hij worden, maar dan wel een SVH meesterkok. De Zwaan in Etten-Leur was het eerste restaurant dat hij, met zijn 25 jaar als jongste chef, naar een Michelin-ster kookte. In 1996 werd hij SVH-meesterkok en drie jaar later ging hij aan de slag in het toen nog sterrenloze Lauswolt. Binnen twee jaar had Van Gulick vervolgens de befaamde ster te pakken. In 2006 maakte hij een kort uitstapje naar De Hoefslag, maar binnen een jaar zat hij weer op zijn oude vertrouwde stek in het Friese Beetsterzwaag. ‘De toenmalig directeur van Bilderberg Hotels wilde graag dat ik terugkwam. Lauswolt was een ster verloren, en in restaurantgids Lekker gekelderd van de 21e naar de 86ste plaats.’
Als directeur kan ik veel meer mijn creativiteit kwijt
Toch koos Van Gulick vervolgens niet voor het koksbuis, maar voor het pak: hij kwam terug, maar dit keer als directeur. ‘Na zoveel jaar in de keuken te hebben gestaan was ik letterlijk en figuurlijk uitgekookt. Maar wat ik belangrijker vond: als directeur kan ik veel meer mijn creativiteit kwijt. Neem bijvoorbeeld het interieur. De inrichting, het spelen met kleur, kaarsjes aan, elke dag verse bloemen. Dát ben ik. Ik vind het heerlijk om mijn creatieve, gastvrije stempel op Lauswolt te kunnen drukken, extra beleving te creëren. Laatst hadden we hier op het landgoed het jaarlijkse Zomerconcert met het NNO. Het organiseren van zulke events vind ik geweldig. Dan leef ik me helemaal uit.’
Hoewel Van Gulick niet meer actief is als chef-kok, is koken nog altijd zijn passie. ‘Ik kook nog steeds vaak en graag, maar de keuken in Lauswolt is niet meer mijn domein. Als er cateringklussen voorbij komen, spring ik met plezier bij en ik ben nog steeds culinair actief: ik examineer SVH Meesterkoks, en ben voorzitter van de Alliance Gastronomique, een club van 38 van de beste restaurants van Nederland, waaronder De Vlindertuin, Kaatje bij de Sluis en De Librije. Weet je wat het is met koken? Dat verleer je niet, net als fietsen. De kunst van koken is eigenlijk de kunst van het weglaten.’
Tekst: Marieke Bos – Fotografie: Elsbeth Hoekstra