Toeristisch ondernemer Jelle Bos: ‘Je moet niet lullen, maar poetsen. Succes komt je echt niet aanwaaien’

Toeristisch ondernemer Jelle Bos (39) bezit zowat de hele noordzijde van het Lauwersmeer. Twee restaurants, een recreatiepark, een hele vloot aan schepen, vakantiehuisjes. ‘Ik denk in kansen’, zo verklaart hij zijn succes. Maar denk nu vooral niet dat het hem allemaal is komen aanwaaien. ‘Daar kan ik vreselijk boos om worden.’

Tekst: Marieke Bos
Fotografie: Elsbeth Hoekstra

Interview? Leuk! ‘Maar omschrijf me alsjeblieft vooral niet als die woeste Noorman.’ De interviewafspraak is nog niet eens gemaakt, maar Jelle Bos – 39, geboren op Goeree – laat er nu al geen gras over groeien. ‘Ik ben daar wel een beetje klaar mee hoor, dat beeld. Laatst nog, toen wilde een journalist een foto van me maken op het moment dat ik net even achter het stuur van de watertaxi kroop. Ik wil dat niet meer. Ik ben veel meer dan die krullenbol met zijn wilde haren en bruine kop: ik ben dirigent van een fantastische organisatie en daar ben ik trots op’, aldus de man achter Beleef Lauwersoog, waaronder hij al zijn bedrijfsactiviteiten heeft geschaard.

Geen woeste Noorman dus, maar een ietwat opvallende verschijning mogen we hem toch wel noemen? Feit blijft: halflang haar, baardje, geprononceerde kop, boomlang voorkomen. Je zou denken dat zijn licht Friese tongval zijn afkomst verraadt, maar niets is minder waar.

Bos was net 13 jaar toen hij vanuit een klein gehucht op Goeree Overflakkee verhuisde naar zo ongeveer het noordelijkste dorp van het land: Lauwersoog. Zijn ouders hadden de kans hier een camping over te nemen en dus verkaste het hele gezin van de ene kant van het land, naar de andere. Tegen de zin in van Jelle. ‘Ik vond het verschrikkelijk. Traumatisch bijna’, blikt hij terug. ‘Ik was ineens die Hollander tussen de Friezen. Ik had een zwaar Rotterdams accent, een grote bek en vond totaal geen aansluiting. Vergeet niet: we hebben het over bijna dertig jaar geleden hè. Friesland liep op dat moment zeker twee decennia achter op de rest van het land.’

De eerste paar jaar in Lauwersoog waren allesbehalve een pretje. ‘Eigenlijk is mijn leven een soort jongensboek. Ik heb altijd moeten knokken, vechten. Als tiener al. Het heeft bijvoorbeeld tot mijn zestiende moeten duren dat er iemand op mijn verjaardag kwam, omdat ik maar geen aansluiting kreeg. Dat vormt je. Het heeft me gemaakt tot wie ik nu ben. Een doorzetter, maar ik ben wel gehard. Samenwerken? Graag, maar als dat niet lukt moet je opzij gaan. Ga me daarna in ieder geval vooral niet in de weg lopen.’

Het ondernemerschap begint eigenlijk pas echt als Jelle 26 is. Na diverse banen in binnen- en buitenland, besluit hij om op de camping van zijn ouders aan de slag te gaan. De samenwerking tussen Jelle en zijn vader verliep moeizaam, waarop Jelle besloot het bedrijf dan maar te kopen. ‘Het was vlak voor de recessie, dus ik kreeg het nog net allemaal financieel rond.’

Gevaar voor eigen leven

De pech wilde dat de kersverse ondernemer niet alleen de recessie maar ook meteen een paar slechte zomers voor zijn kiezen kreeg. ‘Dan doe je wat je kan doen. Ik heb geknokt, keihard gewerkt om het hoofd boven water te houden. Er alles aan gedaan mensen deze kant op te trekken.’ Hij gebaart om zich heen, op het knusse, bruine restaurant dat ’t Booze Wijf nu is. Op een verhoging, bij het raam, zit een jong gezin. Hond mee. Duidelijk net terug van een stormachtige wandeling langs het water. Even verderop drie ‘locals’. ‘Vissers’, verduidelijkt Jelle. ‘Ze komen hier met regelmaat een kop koffie doen.’ Hoe anders was het vroeger, wil hij er maar mee zeggen.

‘Mijn ouders waren geen echte horecamensen en staken er dus weinig energie in, wijst hij om zich heen. ‘Op de vloer lagen van die enorme plavuizen. Het was één grote ongezellige ruimte. Ik heb de hele boel eigenhandig vertimmerd en aan weerszijden een podium gebouwd, zodat je daar iets hoger zit. En natuurlijk een houten vloer, voor een extra nautisch tintje.’ En daar waar het plafond nu bekleed is met zeildoeken van een klipper, keek de bezoeker in die tijd nog aan tegen een spierwit puntdak. ‘Dat was nog een enorme klus. Ik heb de zeildoeken eerst verfrommeld, zodat ze echt gebruikt leken, en daarna met gevaar voor eigen leven opgehangen’, vertelt hij.

Zeearend en wuivende rietvelden

’t Booze Wijf oogt nu knus en gezellig, ‘passend bij de omgeving’, zoals Jelle het noemt. Verwacht uit de koker van de ondernemer dan ook geen subtropisch zwemparadijs, mondaine hotels en gelikte restaurants. ‘Mensen komen naar het Lauwersmeer omdat het hier zo prachtig is. We zitten hier in een unieke omgeving: er zijn maar weinig plekken op de wereld waar je in zo’n relatief klein gebied zo’n enorme diversiteit aan natuur tegenkomt: open water, uitgestrekte graslanden, wuivende rietvelden en beschutte bossen. En dan hebben we het nog niets eens over de bijzondere planten en dieren die hier voorkomen. De zeearend broedt hier! Dat is toch fantastisch!’

Het is niet alleen het Nationaal Park Lauwersmeer dat hele drommen natuurliefhebbers naar het hoge Noorden trekt, maar ook Werelderfgoed Waddenzee. ‘In 2009 werd de Waddenzee opgenomen in de lijst van Werelderfgoederen van Unesco. Stel je voor: het Wad dat wij hier in onze achtertuin hebben liggen, staat gewoon tussen allerlei internationaal bekende natuurgebieden als het Great Barrier Reef in Australië en de Grand Canyon in de Verenigde Staten!’

Zeehondentochten en Waddenexcursies

‘Je kunt het je nauwelijks nog voorstellen maar toen –  in 2009 – was er nog geen enkele mogelijkheid om vanaf Lauwersoog het water op te gaan en op die manier het Wad te verkennen’, blikt Jelle terug. ‘Op het moment dat het Wad werd uitgeroepen tot Werelderfgoed zag ik dan ook meteen mijn kans schoon en kocht ik mijn eerste schip, de 27 meter lange Ms Silverwind. Een oude bekende overigens, want in mijn tienerjaren voer de Silverwind als discoboot over het Lauwersmeer. In een hoekje op het dek heb ik zelfs voor het eerst gezoend’, grijnst hij.

Met de aankoop van die Silverwind was Lauwersoog Waterevents was een feit. Die Silverwind mag dan ideaal zijn voor excursies, zeehondentochten en rondvaarten maar echte actie zit er met deze joekel niet in. En dus kocht Jelle al gauw twee razendsnelle rescueboten, voor snelle en avontuurlijke vaartochten over de Waddenzee en Noordzee. ‘Van het een kwam eigenlijk het ander. De vloot breidde zich gestaag uit en daarmee ook het aantal activiteiten op het water. De naam Lauwersoog Waterevents dekte niet meer de lading, en zorgde bovendien voor verwarring. Toen heb ik de hele organisatie maar onder één hoed gegooid: Beleef Lauwersoog.’

Lullen als brugman

Werkten er in 2006, toen Jelle de boel overnam, nog tien mensen; tegenwoordig staan er een dikke honderd man op de loonlijst en is de omzet bijna verviervoudigd.  ‘Toch hebben we ook moeilijke jaren gekend. In 2010, 2011 en 2012 was het echt lastig, en kon ik – zeker in de wintermaanden – ’s nachts wakker liggen van de tegenvallende omzetten. Het is dus zeker geen hosannaverhaal. Want vergeet ook niet: hoge bomen vangen veel wind. We haalden regelmatig de pers en stonden in de picture en dat werd niet door iedereen gewaardeerd. Frustrerend, maar we hebben hard geknok en doorgezet en door vol te houden, konden we weer een gezond bestaan opbouwen.’

Zijn vasthoudendheid maar meer nog zijn enorme drive om kansen te zien én te pakken, heeft hem volgens eigen zeggen gebracht waar hij nu staat. ‘Neem als voorbeeld de Voormalige Noorman. Het is niet zo dat ik er graag nog een restaurant bij wilde, maar toen er onverwacht ineens de mogelijkheid voorbij kwam De Voormalige Noorman te kopen, sloeg ik meteen toe. Een restaurant in de haven van Lauwersoog biedt namelijk enorme kansen! Bezoekers kunnen hun boottocht over het Wad nu beginnen of eindigen met een borreltje, lunch, diner of gewoon een kop koffie’, aldus Jelle, die de tent volgens eigen zeggen meteen heeft ontdaan van zijn ‘hoge champignonroomsausgehalte’.

Denken in mogelijkheden dus. ‘Op een gegeven moment belde de toenmalige directeur van Groningen Seaports: hij stond met een delegatie havenbaronnen op Schiermonnikoog en ze hadden onverwacht een gat in hun programma. ‘Staan jullie over een half uur maar klaar in de haven’, zei ik. We hebben de hele groep toen in een rescueboot meegenomen voor een rondje rondom het eiland. We hebben tuimelaars gezien, zeehonden, Rottumerplaat, het glasheldere blauwe zeewater van de Noordzee, het was echt fantastisch. On-Nederlands bijna. We kregen later nog een bedankkaartje: we hadden onvoorbereid voor het hoogtepunt van hun trip gezorgd.’

‘‘Niet lullen, maar poetsen’, dat is mijn motto. Succes komt je niet aanwaaien. Daar moet je juist keihard voor vechten. Doen wat je zegt, ook heel belangrijk. Net als geloven in wat je doet. En dat doen we: we geloven in dit unieke gebied en deze prachtige omgeving.’

Brandweercommandant en burgemeester tegelijk

Het is nu nog voorseizoen, en dus vrij rustig qua toerisme, maar voor Jelle is het aftellen al begonnen. ‘In het hoogseizoen, helemaal tijdens de schoolvakanties, is het topdrukte. Op mooie dagen lopen hier in de omgeving duizenden mensen rond: campinggasten, mensen die een huisje huren, dagjesmensen, vaartoeristen. Ondertussen zijn er dan ook nog honderd man voor me aan het werk. Ik ben me bewust van de enorme verantwoordelijkheid die op mijn schouders rust: ik ben dan directeur, brandweercommandant, politieagent en burgemeester tegelijk. Je maakt echt van alles mee: van reanimatie tot huwelijksaanzoek. Er gebeurt altijd wel wat.’

Saai is het leven van de noord-Groningse ondernemer in ieder geval nooit. Jelle is namelijk ook nog de man achter het bedrijf Bos Marine Services, dat wordt ingezet bij calamiteiten, olievervuilingen en bergingsklussen op zee. ‘Je maakt soms de meest heftige dingen mee’, zegt Jelle, verwijzend naar die ijskoude februarinacht van dit jaar toen er in het beruchte Westgat tussen Ameland en Schiermonnikoog een kotter was vastgelopen. ‘We zaten net met vrienden in een restaurant op Terschelling toen ik alarm kreeg. Dat is dan echt showtime hoor. Ik schiet dan gelijk in mijn werkmodus, sta volledig op scherp, liep veel te luid bellend door dat restaurant. Nadat de drie bemanningsleden van het schip waren gered zijn we nog dagen bezig geweest om die kotter los te krijgen. Een hele heftige klus: het was -15, het waaide enorm hard en af en toe zag je geen hand voor ogen. Het was een hele uitdaging, maar het is gelukt.’

Zijn dat de momenten dat je op je gelukkigst bent?

‘Het meest gelukkig ben ik op zee. Op zee gebeurt alles met een reden, en alles wat je doet heeft consequenties, maar je hebt er niets tegenin te brengen. Het is de kracht van Moeder Natuur die bepaalt, het leven pur sang. Ik vind dat geweldig, om zo overgeleverd te zijn aan de natuur.’

En als je moet kiezen: natuurliefhebber of ondernemer?

‘Een natuurliefhebbende ondernemer. Het een sluit het ander niet uit. Als het gaat om toerisme in een natuurgebied is er vaak de vrees voor fysieke druk op dat gebied. Veel mensen, zwerfvuil, veel verkeer, lawaai. Flauwekul. Bekijk het liever eens van de positieve kant: wij brengen mensen juist liefde voor natuur bij. Door met ze de zee op te gaan, de natuur in te duiken, leren we mensen juist de natuur op waarde te schatten, te waarderen. Inderdaad, we organiseren activiteiten in een Werelderfgoed en ja, daar verdienen we geld mee. Maar wat we doen is de schoonheid van dit gebied overdragen en dat is wat telt.’

Geef een reactie