Drents Museum

Harry Tupan – algemeen directeur Drents Museum: ‘Ik wil gelukkige collega’s om mij heen’

Het gaat goed met het Drents Museum in Assen. Sinds de tentoonstelling over het Chinese terracottaleger in 2008 een ongekende publiekstrekker werd, kon dit museum zich eigenlijk voortdurend in de gunst van een zeer breed publiek verheugen. Zo kwamen er vorig jaar, 2016, maar liefst 215.000 bezoekers, drie keer zoveel als het aantal inwoners van Assen.

Deze bezoekers zorgen voor een fikse bestedingsimpuls in de economie van Assen van tussen de elf en dertien miljoen euro per jaar. Uit onderzoek is ook gebleken dat meer dan zestig procent van de bezoekers afkomstig is uit Noord- en Zuid Holland, mensen die in totaal een reis van soms meer dan vijf uur over hebben voor een bezoek aan de Drentse hoofdstad.

‘Dat er zoveel mensen uit andere delen van Nederland naar onze tentoonstellingen komen kijken betekent dus dat wij kennelijk een goed product bieden. Ik ben trots op onze medewerkers, want met z’n allen zorgen we voor exposities met dynamiek. Dat is ons streven, en kennelijk zijn we op de goede weg’, zegt Harry Tupan, algemeen directeur van het Drents Museum.

Dat hij trots is op z’n collega’s is vriendelijk gezegd van hem, maar zelf heeft hij in de loop der jaren zijn steentje ook meer dan bijgedragen aan het succes. Deze zomer volgde hij Annabelle Birnie op als algemeen directeur. Maar daarvoor was hij al adjunct-directeur, hoofd commerciële zaken en hoofd collecties en presentaties. Overigens was hij zelf degene die er in 2007 in was geslaagd om in China een contract te sluiten voor de komst van het terracottaleger naar Assen. Die tentoonstelling trok toen 353.000 bezoekers, en daarmee was deze tentoonstelling de succesvolste ooit in het Noorden van het land.

Overigens gaat het niet alleen goed met het Drents Museum. Zo is er in Assen De Nieuwe Kolk, een nieuwe bioscoop en theatercomplex, wordt er gewerkt aan een nieuw station dat in 2018 klaar moet zijn en ondergaat het stationsgebied een metamorfose. Deze ontwikkelingen vervullen Harry Tupan met lichte trots, want het doet hem als licht chauvinistische Drent goed dat de hoofdstad van zijn provincie momenteel ‘booming’ is.
‘Ja, over de hele breedte gaat het momenteel echt heel goed met Assen. Dat merk je ook als je in de Randstad komt: er wordt met bewondering over gesproken, en vroeger voelde dat wel eens anders’, aldus Tupan.

Hij is in elk geval tot in zijn tenen gemotiveerd om het Drents Museum ook de komende jaren de publieksmagneet te laten blijven die het de afgelopen jaren was. ‘Wij hopen dat te kunnen bereiken door grote internationale projecten aan te pakken, die raakvlak hebben met de collectie in ons museum. Zo is er tot eind oktober ‘The Great Liao’ te zien, over een nomadendynastie in Mongolië. In november volgt dan de grote kunsttentoonstelling ‘The American Dream’ over Amerikaans realisme.’ Tupan werkt daarnaast ook aan een grote expositie over Iran.

‘Ik zie mezelf niet echt als ‘directeur’, maar als iemand die een zoektocht leidt naar schoonheid. Daar werken we hier met z’n allen aan’, zo licht hij een eerste tip van de sluier op over zijn manier van leidinggeven, zijn managementstijl.

In het museum werken circa tachtig mensen (veertig fte’s) die door hem dus worden aangestuurd. ‘In mijn manier van leidinggeven wil ik twee dingen bereiken. Op de eerste plaats dat mensen zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid nemen. En op de tweede plaats wil ik een flexibele en blije organisatie. Dat laatste zie ik zelfs als mijn primaire taak: ik wil gelukkige mensen om mij heen. Je moet het beste uit mensen naar boven halen. Dat doe je niet door ze voortdurend te controleren. We zijn namelijk een cultuur-bedrijf en geen fabriek. Hier zit de creatieve sector, mensen die gewend zijn om buiten de lijntjes te kleuren en met een enorme bagage’, zegt hij.

Zelf is hij er ook zo een, mogen we waarschijnlijk wel stellen. Het liefst houdt hij zich dan ook bezig met de zoektocht naar schoonheid. Hij wil ook echt stáan voor inhoudelijk en artistiek beleid. Daarbij denkt hij dat als je eerst maar een goed idee hebt, de financiering daar vanzelf wel uit volgt. Hoewel hij de zaken ook zakelijk goed op z’n netvlies heeft is hij toch blij dat er toestemming is om een zakelijk leider naast hem aan te stellen, zodat hij zich toch meer kan richten op de artistieke kant.

Ook vindt hij het bevorderen van teamwork een belangrijke activiteit. ‘Wij hebben hier geweldige teams, zoals evenementen en educatie. Onze teams zijn heel goed op elkaar ingespeeld. Succes bereik je nooit als één persoon, maar alleen in- en met een team. Daarom laten wij ons als managementteam ook coachen, we krijgen dan een spiegel voorgehouden’.

‘Ik geloof in mensen: zonder mensen heb je niks. En daarom ben ik even enthousiast over de culturele kant van het werk als de organisatorische. Van beide kan ik genieten.’ Tevreden is hij ook over het feit dat er bij het Drents Museum sprake is van een mooie balans tussen jongere en ervarener mensen. Maar Harry Tupan heeft nog wel enkele wensen, wat de organisatie betreft. ‘Waar ik graag naar toe wil, is dat ik een grotere flexibiliteit van medewerkers wil bereiken. Ik bedoel: stel dat je hier werkt als archeoloog, en je hebt een goed idee op marketing gebied: dan moet je dat idee vooral indienen. Briljantie komt vaak uit onverwachte hoek: iedereen heeft wel ideeën, en sommigen hele mooie. Om die ideeën bij onze medewerkers naar boven te halen hebben we een keer een bijeenkomst gehad, en vroegen we iedereen om een idee op een gele sticker te plakken. Daar zijn echt een paar prachtige ideeën uit tevoorschijn gekomen!’.

Behalve dat hij nu werkt aan een tentoonstelling over Iran, is hij ook bezig met het opzetten van een nieuwe presentatie: ‘het verhaal van Drenthe’, maar dan vanuit Nederlands perspectief. In Drenthe vestigden zich ooit de eerste bewoners van Nederland, en daarom zou de nieuwe presentatie als themanaam kunnen krijgen: ‘The first Dutch’. Tupan hoopt dat dit echt een tentoonstelling kan worden waar het hele gezin op af komt.
Een andere droom die hij hoopt te realiseren is om het Drents Museum nationaal en internationaal nog meer te profileren als hét museum voor figuratieve kunst. ‘Wij waren daarin als museum trendsetter, op een moment dat er in de kunstwereld nogal werd neergekeken op figuratieve kunst, en abstracte kunst of installaties helemaal in de mode waren. Maar wij hebben een prachtige collectie opgebouwd van werk van (noordelijke) figuratieve kunstenaars, en inmiddels is het tij gekeerd en kijkt men er met veel meer waardering naar.’

Aan het eind van het interview – dat eigenlijk geen interview was, want je drukt maar op een knop, en de enthousiaste Harry Tupan vertelt vol geestdrift – zegt hij dat hij zeer ingenomen is met zijn werk. ‘Ik heb echt een supermooi vak! Als ik soms terug kom van vakantie en ik zie het Drents Museum, dan maakt mij dat echt gelukkig.’

Tags (categorieën en branches)AssenDrentsHarrymanagementstijlMusemTupan

Geef een reactie