
Erik-Jan Kreuze: ‘Mijn enthousiasme moet wel eens getemperd worden’
Vier kopmannen maken bij Afier Accountancy de dienst uit. Allemaal met hun eigen karakter, sterke en zwakke punten. Entrepreneur sprak met Erik-Jan Kreuze, één van de vier partners van Afier, over zijn managementstijl en het reilen en zeilen binnen het managementteam. ‘We zijn hier met vier kopmannen en dan is consensus wel heel belangrijk. Ja, we hebben wel eens een leuke discussie’, aldus Kreuze met een glimlach.
Tien jaar geleden startten de mannen het accountantskantoor Afier. ‘We zaten toen nog een paar deuren verderop, maar wel in dezelfde straat. Het was een mooie tijd. We hadden een klein clubje en waren vooral aan het ‘kwartiermaken’. Dat ging goed, juist omdat we dezelfde filosofie hadden. Uiteindelijk is Afier uitgegroeid tot een bedrijf met zo’n 25 werknemers.’
Erik-Jan Kreuze won in 2005 de Jonge Ondernemersprijs (JOP) en Afier werd in 2009 beloond met een tweede plaats bij de Gazellen Award, omdat het één van de snelste groeiers was in dat jaar. ‘Wat onze kracht is?’, zegt Kreuze. ‘Vertrouwen van de klant is voor ons heel belangrijk. We willen dat ze het gevoel krijgen dat we iets extra’s voor ze doen. De accountant is nog steeds een vertrouwenspersoon. Vooral veel mkb’ers hebben geen geld voor een financieel controller en dan is een accountantskantoor een mooie ‘parttime-oplossing’. Die ondernemers storten bij ons soms hun hele hart uit. Als accountant moet je soms ook een beetje mediator en psycholoog zijn. Ik denk dat wij dat goed kunnen. De menselijke maat staat bij ons voorop! We noemen dat overigens Afierisme.’
Spiegel voorhouden
Maar dat is volgens Kreuze niet alles. ‘Wij willen altijd vernieuwen’, zegt hij. ‘Natuurlijk moet je er voor zorgen dat de cijfers voor de aandeelhouders, de banken en de belastingdienst kloppen. Maar wij willen ook de ondernemers een spiegel voorhouden. We hebben veel aandacht voor ICT. Zo proberen we systemen aan elkaar te koppelen, waardoor de ondernemer op elk moment kan kijken hoe hij ervoor staat. We zorgen voor ‘snelle cijfers’. Niet een enorme uitgebreide analyse, maar een overzicht dat op een A4-tje moet passen. ‘Speedbooken’ noemen we dat. Als je namelijk weet waar je staat, kun je ook vroegtijdig signaleren als het mis gaat. Dat is gezond ondernemen!’
‘Kijk, er zijn ontzettend veel mensen die kunnen boekhouden. Bij Afier willen we een meerwaarde bieden. Bij ons weet je op elk moment hoe je bedrijf er voor staat. Daar kom je niet pas achter bij het opmaken van de jaarrekening. En lig je ergens wakker van? Dan moet je ons bellen.’ Erik-Jan Kreuze is niet alleen directeur, maar werkt ook in de dagelijkse praktijk. ‘Dat is heel belangrijk, want je moet weten wat er onder de klanten leeft. En dat neemt nog altijd het grootste deel van mijn tijd in beslag. Al met al spendeer ik zo’n 40 procent van mijn tijd aan het geven van leiding en het bepalen van de koers met de andere MT-leden.’
Taakverdeling
Afier is een in de grond een klassieke maatschap met vier vennoten. Die vormen samen ook het managementteam. Elk directielid heeft z’n eigen aandachtsgebieden en vertegenwoordigt ook een regio in het marktgebied van Afier. Kreuze houdt zich binnen het team vooral bezig met marketing en pr en is in de dagelijkse praktijk vooral actief in de regio Groningen. ‘Het is een mooi poldermodel, waarbij consensus heel belangrijk is. We willen wel graag een beetje Rijnlands zijn: plat, met vakmanschap en gericht op lange termijndoelen.’
‘Verder zijn we absoluut niet hiërarchisch’, benadrukt hij. ‘We werken niet in vakjes. Het draait hier om kruisbestuiving. ‘Hoog’ en ‘laag’ in de organisatie is over en weer veel contact. Natuurlijk hebben we wel drie lagen – partner, senior en junior – maar die lopen volledig door elkaar. Ik vraag me wel eens af of we een te complexe matrixorganisatie hebben. Voor een buitenstander soms lastig te overzien, maar we zijn zeker wel in control.’
‘De jonge gasten hebben net zoveel inbreng als het directielid’
Binnen Afier zijn geen teams, maar wordt er gewerkt op projectbasis. Er lopen verschillende projecten naast elkaar, waarbij de verschillende projectgroepen allemaal een andere samenstelling hebben. Het kan dus zo zijn dat een accountant verschillende projecten draait.
‘Elk project is maatwerk’, zegt Kreuze. ‘En dat is ook de basis waarop een team wordt samengesteld. Zo’n team kan bestaan uit een directielid, seniors en juniors, en dan ook nog verdeeld over accountants, IT-auditors en (belasting-) adviseurs. Op metaniveau staat het managementteam boven de projectgroepen, maar binnen zo’n projectgroep is er sprake van een level playing field. Het gaat daar echt om co-creatie en co-operatie. Twee moeilijke woorden die eigenlijk zeggen dat je gewoon moet samenwerken. De jonge gasten hebben in ieder geval net zoveel inbreng als het directielid. Ze moeten zelfs hun input leveren. Juniors hebben ook niet voor niets veel contact met de klanten.’
Complementaire karakters
Terug naar het managementteam. Zij vergaderen op regelmatige basis. ‘En natuurlijk belanden we wel eens in een stevige discussie, zegt Kreuze. ‘Geloof me: het is wel een verzameling karakters. Maar die persoonlijkheden zorgen ook voor een evenwicht. Staan we bij het nemen van een besluit tegenover elkaar, dan moeten we lang praten. Het is soms twee tegen twee en dan doen we allemaal ons zegje. Vaak is het dan even stil. Ik kan er zelf slecht tegen, maar het geeft je wel even de tijd om na te denken. Uiteindelijk gaan we altijd voor consensus.’
‘We hebben bij Afier niet één hopman. Oftewel, iemand die knopen doorhakt of bruggen bouwt. Ik gooi er nog maar eens een mooie term in: bij Afier draait het om multi-owner-decision-making. Maar je wilt wel de juiste besluiten nemen en dus luister ik zelf altijd goed naar diegene die op het onderwerp, waarover nog geen consensus is, de meeste expertise heeft. Ik weet dat Marc Oegema heel snel is met cijfers. Als het dan om cijfers gaat, dan kan zijn mening wel de doorslag geven. Je moet niet reageren op je buikgevoel. Als accountant ben je natuurlijk berekenend en ben je eigenlijk een bewaker. Dat maakt het leiding geven en het maken van keuzes soms wel lastig. We zien onszelf helemaal niet als een stuurman pur sang.’
Kreuze had het eerder al over de verschillende karakters. Zelf is hij iemand die enthousiasme uitstraalt en anderen graag ruimte geeft. ‘Ik mag graag met nieuwe producten bezig zijn en ik zie ook snel ergens de leuke kanten van en zie dan moeilijk de grenzen. Ik wil mensen graag mee zien te krijgen, maar die moeten er wel klaar voor zijn. Verder vind ik dat iedereen de ruimte moet krijgen om ergens iets van te vinden. Gelukkig zitten er in het MT ook mensen die wat langer nadenken en berekenend zijn. In het MT zitten vier verschillende karakters. Dat maakt ons complementair.’
‘Helemaal coachable ben ik niet’
Het enthousiasme van Kreuze heeft soms ook nadelen. ‘Niet alleen binnen Afier, maar ook met mijn nevenfuncties en politieke activiteiten neem ik wel eens teveel hooi op mijn vork. Dat zorgt er soms voor dat er te weinig focus is. Dan ik wil vernieuwen, terwijl iets anders nog niet is afgerond. Men wijst me er dan op en dan zie ik het ook wel in. Maar het is wel een valkuil. Mijn werk-leven-balans is niet helemaal optimaal. Helemaal coachable ben ik niet. Ik word vaak gewezen op mijn zwaktes, maar dat is tegelijk ook mijn kracht. En het zit nou eenmaal in de aard van het beessie. Ik denk graag een stap vooruit en mag graag nadenken en schrijven over wat er in mijn vak en de rest van de wereld gebeurt.’
Want volgens Kreuze staat er bijvoorbeeld binnen het accountantsvak van alles te gebeuren. ‘Veel van ons werk kan geautomatiseerd worden. Maar wat overblijft is de accountant als mens en analist. We worden steeds meer iemand die een trend uit de cijfers kan halen. Je bent dan een adviseur. Ik vind dat je je moet opstellen als een mens naast de ondernemende mens. En voor Afier geldt dat we ons vooral moeten richten op innovatie.’
Werken volgens het Afierisme
Een keiharde groeiambitie heeft Afier niet. ‘We groeien nu nog steeds met 10 procent per jaar. Leuk is bijvoorbeeld dat we meer en meer opdracht voor of met andere accountantskantoren doen. Heel mooi, maar groei is geen keihard target. Ik ben huiverig om veel groter te worden, want dat doet afbreuk aan de menselijke schaal. Ik richt me liever op het verbeteren van onze dienstverlening. Waarom stoppen we bijvoorbeeld niet met facturen en bedenken we wat subtielers? Ik ga liever een partnerschap met de klanten aan. En dan mogen ze me wel betalen wat ze vinden dat ik waard ben. Het gaat om wederzijds vertrouwen.’
Hoe Afier er over tien jaar uitziet? ‘Dat kan ik echt niet zeggen. Er kan zoveel gebeuren. Bestaan accountants in de huidige vorm nog wel? Zou heel goed kunnen, maar twee trends beïnvloeden dit in sterke mate: ten eerste de maatschappelijke processen. Zo vragen corporate responsibility of crowdfunding vragen andere diensten van accountants. Ten tweede is er de ontwikkeling van de ICT, dit geeft heel andere transparantie en controlemiddelen. Wij spreken bij Afier vaak over de accountant 3.0. Deze accountant heeft antwoord op die twee thema’s. Als wij maar kunnen blijven werken volgens het Afierisme. Gewoon je werk doen vanuit het motto: ‘De mens gaat voor de cijfers’.’