Jacques d’Ancona, onbezoldigd ambassadeur van het Noorden: ‘Hier voel ik mij geborgen’

Hij is een van de bekendste inwoners van Noord-Nederland: journalist, presentator en oud-scheidsrechter Jacques J. d’Ancona. Weliswaar is hij de laatste jaren wat minder op de televisie te zien dan in de periode dat hij met Henny Huisman actief was voor de Soundmixshow, maar nog steeds is hij regelmatig te gast in de meest uiteenlopende televisieprogramma’s.

Het meewerken aan die programma’s is slechts een beperkt onderdeel van zijn vele activiteiten. Zo is hij bijna dagelijks te vinden op de redactie van het Dagblad van het Noorden voor het schrijven van een recensie of ander artikel. Daarnaast is hij soms dagvoorzitter, bestuurder, schrijver, geeft hij presentaties of lezingen of is hij actief voor de voetbalsport.

Komende maand komt daar weer een nieuwe activiteit bij: hij gaat het theaterprogramma ‘Later is Nu’ presenteren, een programma met liedjes uit de jaren vijftig, zestig en zeventig, waaraan ook wordt meegewerkt door Joke Bruijs, Charly Luske en Jacques Herb. ‘Ik krijg als taak om dat programma in een lijstje te zetten. We gaan er heel Nederland mee door. Ja, hoe gek kun je zijn, dat ik daaraan ga meewerken? Maar ik vind het ontzettend leuk om te doen, ik verheug me er zeer op!’

Nationale personality
Dat hij zich op een nieuwe activiteit kan verheugen lijkt typerend voor Jacques d’Ancona (1937), een ondernemende journalist, die als een soort visitekaartje voor het Noorden fungeert. Entrepreneur Magazine zocht de journalist op, en vroeg hem onder meer of er iets veranderd is in de manier waarop men in de Randstad tegen het Noorden aan kijkt.

D‘Ancona heeft een kwikzilveren geest, denkt snel en formuleert helder en nauwkeurig. Hij is al enige tijd met pensioen, maar lijkt actiever dan ooit. Dat hij nu gaat meewerken aan een theaterprogramma past, voor wie zich even in zijn levensgeschiedenis verdiept, precies bij hem. Want al op de middelbare school voelde hij zich aangetrokken tot kunst en cultuur, poëzie, theater en ook toen al stond hij graag in de schijnwerpers. Er is wat dat betreft in al die jaren niet zo heel veel veranderd. Maar wat wel is veranderd is, is dat hij zich heeft ontwikkeld van regionale journalist tot een nationaal bekende personality.

Door zijn landelijke bekendheid is d’Ancona een soort onbezoldigd ambassadeur van het Noorden geworden, de regio waar hij zijn hele leven heeft gewoond. Vaak wordt gedacht dat d’Ancona een Groninger is – en dat is hij ook wel – maar hij is ook echt een noorderling. Hij woont namelijk al weer jaren in noord-Drenthe (Paterswolde) en voelt zich ook zeer thuis in Friesland: men kan hem daar in de Friese taal aanspreken, al kan hij het Fries zelf niet spreken.

jacques d'ancona2

Waarom bent u, ondanks uw vele activiteiten in de Randstad, steeds in Noord-Nederland blijven wonen?

‘Dat heeft te maken met het feit dat ik mij hier helemaal thuis voel. Ik ben een kind van deze regio, al was mijn vader Amsterdammer, maar mijn moeder kwam uit Stadskanaal en ik ben opgegroeid in Groningen, waar mijn vader een zaak had. Dat ik niet naar de Randstad ben verhuisd heeft denk ik ook te maken met overwegingen van slimheid en zelfkennis. Wat dat laatste betreft: ik denk dat ik een zekere naïviteit heb willen behouden. Velen zien mij misschien als scherp, slagvaardig of ambitieus. Maar ik heb ook een andere kant. Ik voel mij geborgen in het Noorden. Een warm nest is voor mij veel belangrijker dan te trachten het allerhoogste te bereiken in je carrière en naar de sterren te grijpen. En dat warme nest, dat heb ik gelukkig met mijn partner, acteur-zanger Hans Langhout. En waarom zou ik dan ergens anders heen gaan?’.

Hij mag dan een sterke behoefte hebben aan geborgenheid, tegelijkertijd kan hij wel degelijk een kleine driftkikker zijn. Waarbij het woord klein letterlijk genomen mag worden, want met een lengte van 1,66 meter is hij zeker tussen de lange noordelingen tamelijk klein van postuur. En dat verklaart volgens Jacques d’Ancona misschien ook wel een beetje waarom hij zo’n enorme geldingsdrang heeft ontwikkeld. Hij heeft steeds willen laten zien dat mensen, ondanks zijn postuur, niet om hem heen kunnen, ook niet als scheidsrechter in het amateurvoetbal.

‘Ik kan, als het moet, meedogenloos zijn. Als scheidsrechter heb ik geleerd om af en toe impopulaire beslissingen te nemen, en vervolgens voet bij stuk te houden. Dat is iets wat mij ook uitstekend te pas kwam in de Soundmixshow, waar ik mijn mening moest geven, waarna ik werd onthaald op boegeroep. Nog steeds kan ik vrij meedogenloos zijn wanneer ik bijvoorbeeld voor een goed doel veilingmeester ben. Het enige dat voor mij dan telt is dat er geld binnen moet komen, en dan zet ik mijn ervaring, en het feit dat ik snel kan formuleren, graag in voor mijn werk als veilingmeester.’

Nog steeds is Jacques d’Ancona een bekende noordeling, ook al is het inmiddels al weer jaren geleden dat hij meewerkte aan de Soundmixshow, als juryvoorzitter. In tegenstelling tot Henny Huisman, die zijn draai zonder televisiewerk niet leek te kunnen vinden, is d’Ancona ook na die Soundmixshow – waar hij achttien jaar voor werkte – van alles en nog wat blijven doen. Hij viel niet in een zwart gat, is  blijven werken als  recensent voor het Dagblad van het Noorden, en pakte voortdurend nieuwe activiteiten aan. (‘Ik trek diagonalen door het bestaan’) Maar Nederland is hem niet vergeten: af en toe duikt hij weer op in een programma.

‘Dat ik een soort ambassadeur ben, dat wordt je ook een beetje opgelegd. Mensen zijn er trots op dat je het zover gebracht hebt. Maar zelf vind ik dat benard. Want wat heb ik dan gepresteerd? Ik ben toch geen captain of industry geworden?’ D’Ancona is zich ook steeds bewust gebleven van het feit dat er geen reden is om naast zijn schoenen te gaan lopen. ‘Ik doe gelukkig wel genoeg aan introspectie en weet dat het misschien aardig klinkt om bekend te zijn. Maar ik realiseer me ook heel goed: je bent er, maar je bent ook zo weer weg.’

Merkt u dat er in de loop der jaren op een andere manier tegen het Noorden wordt aangekeken dan vroeger?

‘Nee! Nee! Nee!’, antwoordt Jacques d’Ancona gedecideerd. Volgens hem verandert er maar bar weinig aan de manier waarop er in de Randstad tegen het Noorden aan wordt gekeken. ‘Dat blijkt alleen al uit het feit dat ik, wanneer ik ’s avonds een optreden heb gehad in de Randstad, nog steevast de vraag krijg: “Je blijft zeker slapen, hè?” Een andere klassieker die ook ongewijzigd blijft, is dat mensen zeggen: “Moet je nog helemaal naar Groningen?” En dan antwoord ik: “Ja, gelukkig wel, want dan kom ik weer onder de mensen.”

‘En de derde opmerking die ik vaak hoor is dat mensen zeggen: “Komt u uit Groningen?! Daar kom ik nooit.” Dan antwoord ik: “Wat heb jij dan een achterstand! Dan ken je al die mooie mensen en die mooie stad in het Noorden dus niet!”‘ Overigens is het niet zo dat d ‘Ancona een chauvinist is, die vindt dat het Noorden superieur zou zijn. Zeker niet, maar hij wil alleen maar zeggen dat het Noorden niet onder doet voor welk landsdeel dan ook. ‘Ik ben geen chauvinist, en voel mij Nederlander. Kom op, zeg: hoe klein is dit land?’

Wat de economie van het Noorden betreft: volgens hem heeft het Noorden zich in de afgelopen decennia in economisch opzicht sterk ontwikkeld. ‘Een stad als Groningen heeft zich buitengewoon sterk ontwikkeld. Als cultuurstad is het ook erg hard gegaan. Cultuur is de mensen hier echt aan het hart gebakken. Groningen is nu een stad die in heel Nederland gekend wordt, maar onvoldoende wordt gewaardeerd.’

jacques d'ancona4

Toekomst dagbladen
D’Ancona mag zijn bekendheid dan te danken hebben aan zijn televisieactiviteiten, hij is en blijft schrijvend journalist. Hij is zeer dankbaar voor het feit dat hij ondanks zijn pensionering kan blijven schrijven voor het Dagblad van het Noorden. Het gaat hem dan ook zeer aan het hart dat de noordelijke kranten het moeilijk hebben, en dus ook uitgever Noordelijke Dagblad Combinatie (NDC). ‘Ik heb mijn zorgen over het mij dierbare Dagblad van het Noorden, waar ik sinds mijn negentiende meer dan vijftig jaar voor heb gewerkt. Daar heb ik leren schrijven. Ik hoop dat het lukt om de krant en de lezers in de benen te houden.’

‘Natuurlijk: ik weet dat de papieren kranten het zwaar hebben. Ik vind het wat modieus om te zeggen: ‘De papieren krant zal toch nooit verloren gaan!’ Dat is misschien wel zo, maar vergeet dan niet erbij te zeggen dat daar keihard voor geknokt zal moeten worden.  Daarbij is het van vitaal belang dat journalisten blijven beseffen dat ze het doen voor de lezers, want zonder lezer ben je niks. Journalisten moeten ook af en toe in de spiegel kijken, want mijn ervaring is dat journalisten slecht om kunnen gaan met kritiek.’

‘Daar komt ook nog bij dat we jongelui weer aan het lezen moeten zien te krijgen, want die zitten vooral achter een computer of staren naar hun telefoon. We zullen er verschrikkelijk hard voor moeten werken om mensen enthousiast te houden voor het lezen’, vertelt d’Ancona. Overigens is hij zelf een verstokte kranten- en boekenlezer: hij is geabonneerd op vier kranten, en leest veel boeken.

Scheidsrechter
Velen kennen Jacques d’Ancona van zijn werk voor de televisie of de krant. Voetballiefhebbers weten misschien dat hij ook in de voetbalwereld zijn sporen heeft verdiend. ‘Als jongen was ik lid van Be Quick. Maar een geweldige voetballer was ik niet. Op mijn achttiende ben ik scheidsrechter geworden. Daar moesten ze allemaal wel aan wennen: ik was een klein en onaanzienlijk ventje. Aangezien ik me niet meldde voor de toneel- en theaterschool omdat ik mezelf te klein vond, en ook weer niet zoveel kwaliteiten had als anderen die wel naar die school gingen, zocht ik als scheidsrechter een nieuwe uitdaging. Nou: die heb ik zeker gevonden. Ook daar had ik weer die geldingsdrang die nodig was om me te manifesteren, een geldingsdrang die ik mijn hele leven zou houden.’

‘Het ging uitstekend als scheidsrechter, en op mijn 25e floot ik wedstrijden om het kampioenschap amateurvoetbal van Nederland. Maar hoe goed het ook ging: ik was toch weer niet goed genoeg voor het profvoetbal’, zegt hij. ‘Ik vond altijd een heleboel dingen leuk. Maar ik ben steeds actief gebleven voor het voetbal. En nu nog steeds ben ik actief voor het Ontwikkelingstraject van de KNVB, en help ik bij het coachen van jonge, talentvolle scheidsrechters. Prachtig werk. Eerlijk gezegd denk ik dat van alles wat ik in mijn leven heb gedaan het scheidsrechteren het allermooiste was.’

Tekst: Hans de Preter
Fotografie: Jan Buwalda

 

Geef een reactie