
Noord Nederlands Orkest na 150 jaar ‘stokoud en springlevend’
Het Noord Nederlands Orkest (NNO) is na 150 jaar ‘stokoud en springlevend’. Deze typering is afkomstig van NNO-directeur Ingeborg Walinga. Ze deed deze constatering met gepaste trots op een gedenkwaardige avond: de 15e maart 2013. Deze avond was er een bijzonder jubileumconcert van het Noord Nederlands Orkest in het cultuurcentrum De Oosterpoort.
De avond zou ook eregast voor Koningin Beatrix historisch worden. Want het was de allerlaatste keer dat zij in functie van staatshoofd naar Groningen kwam. Maar bovendien struikelde ze bij aankomst op een opstapje onder de rode loper naar de Oosterpoort, waardoor ze ten val kwam. Het voorval gebeurde onder het toeziend oog van fotografen en cameramensen, waardoor videobeelden binnen no time te zien waren op internet, en de volgende dag zelfs het NOS Journaal zouden halen.
Dat leverde dan toch nog extreem veel publiciteit op voor het NNO, al was dat niet helemaal de gewenste publiciteit. Bovendien herinnerde het incident ons er nog even aan dat de koningin in november 2010 ook al een raar akkefietje had in De Oosterpoort. Daar kwam ze toen pijnlijk in botsing met de onfortuinlijke directeur van het cultuurcentrum, Nienke Stellingsma.
Maar de koningin raakte niet van slag. Ze maakte deze avond zelfs een zeer ontspannen indruk. Misschien was er met de nadering van het einde van haar Koninginneschap wel een last van haar schouders aan het vallen. Ze klapte na afloop namelijk uitvoerig en keuvelde er tijdens het concert lustig op los met haar buurman, Henk Pijlman, de hoogste baas van de Hanzehogeschool Groningen.
Bekende Noorderlingen
Er waren sowieso veel Noordelijke topbestuurders deze avond. Zoals burgemeester Ferd Crone van Leeuwarden, Commissaris der koningin Max van den Berg, gedeputeerde Mark Boumans en staatssecretaris Wilma Mansveld.
Ook het bedrijfsleven was deze avond prima vertegenwoordigd. Zoals in de persoon van Jaap Wolters, directeur van Hanzevast. Maar hij is in zijn vrije tijd ook Kamerheer van de Koningin, dus hij was er deze avond ook qualitate qua.
Het was ook de avond van prof. J. Minderhoud. Hij is namelijk medeauteur van een jubileumboek voor het NNO dat werd overhandigd aan de koningin. Dat tafereel werd van enige afstand gevolgd door de Groningse drukker-uitgever Martin Scholma waar ze het fraaie boek hadden gedrukt.
Nieuwe media
Maar ook vanuit de media was er met belangstelling uitgezien naar deze avond. Want het Dagblad van het Noorden had samen met het NNO een speciale app ontwikkeld die deze avond werd gepresenteerd. Je hoefde alleen meer je iPad op de krant te richten, en dan startte een video met muziek van het NNO. Hoofdredacteur Pieter Sijpersma en adjunct-hoofdredacteur Evert van Dijk waren dan ook zeer tevreden toen tijdens de presentatie aan de majesteit bleek dat alles precies zo bleek te werken als werd gehoopt. ‘Je hebt ‘oude media’ nodig om iets moois te beleven, dat is het idee’, aldus Evert van Dijk.
Overigens is het NNO niet 150 jaar geleden opgericht maar komt voort uit een lange traditie van symfonische muziekbeoefening in het Noorden. Die begon in Groningen met de oprichting van het eerste symfonieorkest van Nederland in 1862. Door een fusie tussen de afstammeling daarvan, het Noordelijk Filharmonisch Orkest en het Frysk Orkest, ontstond in 1989 het huidige NNO.
Het NNO speelt op vele podia in Groningen, Friesland en Drenthe, maar ook in de rest van Nederland. Jaarlijks komen er ruim negentigduizend betalende bezoekers luisteren, waaronder vijftienduizend kinderen.
Tja: en dan het programma. Uw verslaggever van dienst was niet kapot van de muziekkeuze. Maar hij was waarschijnlijk de enige in de zaal, want na de uitvoeringen onder leiding van chef-dirigent Stefan Asbury van werken van Prokofjev (Tweede vioolconcert) en Sjostakovitsj (Vijfde symfonie) was er een stormachtig applaus. Ook koningin Beatrix hield bijna niet op met klappen.
En zo kwam het dan allemaal toch nog helemaal goed bij het NNO, op deze gedenkwaardige avond in maart, aan het einde van een lange, lange winter.
Tekst: Hans de Preter
Fotografie: Koos Boertjens